dinsdag 14 februari 2017

Hoe zou het ultieme lichtweerboard er uit moeten zien?

In de zoektocht naar een lichtweerboard. Niet alleen aandacht voor de huidige bestaande modellen surfplanken, maar ook voor oudere en customs. Dit, omdat het ultieme lichtweerboard voor mij mogelijk niet (meer) te koop is, haal ik ook wat oude free-formula modellen aan die mogelijk ge-refurbished kunnen worden. Voor mij om beter te begrijpen hoe tot het (voor mij) best passende board te komen heb ik een aantal artikels/ blogs naast elkaar gelegd.

In de test van de Duitse Surf (aug 2010) word een vergelijking gemaakt tussen breed en lang:
  • Voor het passief aanplaneren liggen de smalle lange vormen vooraan, de Lorch Bird is hier testwinnaar. Zodra er geplaneerd wordt is de oppervlakte van het glijvlak onder de voeten van belang. De bredere vormen zijn allen sneller als de gestrekte Lorch. Maten JP SLW: 90 x 238 Lorch Bird 149: 74 x 261 en Lorch Bird 179: 88 x 268.
  • De Lorch Bird 149  heeft met zijn vlakke lange bodemkurve met 2,9 cm buigingskurve op 180 cm vanaf de tail het ideale oppervlak voor passief planeren. In vergelijking met de JP Formula (7,4 cm op 180 cm) ligt de JP SLW (6,9 cm op 180 cm) hier mooi tussen in.
  • De totale afbuiging van de Lorch bedraagt 20,0 cm op 261 cm, dit komt overeen met de maximale afbuiging van de JP SLW (20,3 cm) en de JP Formula (21,0 cm), alleen hebben de beide andere boards een kortere lengte.
  • In 2010 komt de JP super light wind 90 na de formula als meest stabiele board uit de test (andere boards Starboard Futura 155, Starboard Isonic 150 en Tabou Manta FR 85).
  • De geteste slalomboards (Starboard Isonic 150 en Tabou Manta 85 FR) planeren passief slecht aan en vragen meer techniek. De eindsnelheid van deze boards is het hoogst.
In de test van de Duitse Surf (aug 2016) worden een aantal lichtweer planeerders op een rijtje gezet:
  • De easy-gliders (Lorch Bird 179 en JP Magic Ride 154) planeren het beste passief aan, hebben veel vaarcomfort en gijpen makkelijk, dit wordt veroorzaakt door de zeer progressieve buigingscurve van de bodem. De OFO van de Lorch Bird en JP Magic Ride bedraagt 56-58 cm. De eindsnelheid van dit soort boards valt tegen.
  • Als freeracers zijn de JP Super light wind en Starboard Ultrasonic getest. Deze planeren passief iets minder aan dan de freeriders en actief iets vroeger aan en hebben ook een hoog comfort. De JP vaart makkelijker door windgaten als de easygliders.
  • Slalomracers zoals de Novenove WC SL 131 en RRD X-fire lightwind V2 147 hebben een zeer hoge topsnelheid (zelfs bij lichtweer) en een zeer levendig vaargevoel. Het vaargemak is veel minder, ze zijn moeilijk over de achterste voet te varen en planeren passief zeer matig aan. Dit komt mede door de ver naar buiten staande voetbanden.
  • Op 180 cm van de tail is de buigcurve van de Lorch pas 2,9 cm terwijl de curve bij een Starboard Ultrasonic meer dan het dubbele is (6,4 cm), de JP SLW (2016) zit hier tussen in met 4,4 cm. Door de zeer progressieve buigingskurve van de Lorch Bird kan dit board zelfs op halve wind passief aanplaneren. De Novenove WC slalom (6,7 cm) en de RRD X-Fire lightwind V2 (6,2 cm) hebben een buigingscurve op 180 cm vanaf de tail vergelijkbaaar met de Starboard Ultrasonic.

Average Joe (een Canadese surfer) schreef in maart 2013 een blog over de JP SLW en Starboard Ultrasonic, big freeride or mini formula? Hij gaf hierin aan dat beide boards elkaar niet veel ontlopen in de aanplaneerdrempel of eindsnelheid. Een surfer van 87 kilo kon planeren op de JP SLW met een 10,4 meter in 8-14 knopen condities. Hij verwijst naar de serie free-formulaboards welke in 2000 – 2004 zijn gebouwd welke vergelijkbare vaareigenschappen hadden. Kleiner dan een formula board met een kortere vin en minder technisch te varen.

Zijn hele blog kun je hier lezen:


Discussie op het Starboard forum over de eerste indrukken van de Starboard Ultrasonic 147 2013:
Het best aanplaneren in minimale condities doet de Exocet RS7, gevolgd door de JP SLW (gold) 2013, Ultrasonic 2011/2012, Ultrasonic 2013 en Fanatic Falcon 152. Voor controle en vaargemak op een ruige zee is de volgorde precies omgekeerd.

Voor vlak water, op vlagerige binnenmeren voldoen de Exocet RS7  en JP SLW het best. Als de wind constant is en er is continu voldoende power in het zeil om het board in plané te pompen voldoen alle bovengenoemde planken.

De Exocet RS7 is wel het meest technisch als het er om gaat het laatste beetje snelheid eruit te persen.

Bij opsteken van de wind zullen al deze boards het liefst up- en downwind willen varen, net zoals een formulaboard. Halve wind wordt technisch veeleisender en de controle moeilijker.

Uit de discussie op het Starboard-forum blijkt dat de zoektocht naar een board met een combinatie van al deze eigenschappen nog niet gestopt is. Ook al gaat de evolutie minder snel dan bij gewone boards, er blijven nieuwe modellen uitkomen met kleine wijzigingen in de shape, tail, cut-outs e.d. Het feit dat alle grote merken een eigen model hebben geeft aan dat deze boards hun plekje hebben verworven.


In Philswindsurfingblog (een Amerikaanse surfer) gaat Phil op zoek naar het ultieme lichtweerboard. In maart 2016 worden een aantal eisen op papier gezet. Als ultiem lichtweerboard gaat Phil uit van een board van 245+ cm, 150 liter en 90 cm breed met een vlakke bodem met aan de achterzijde wellicht een kleine V. Aan de achterzijde eventueel een diamond-shape, maar geen cut-outs. De door hem beschreven combinatie bestaat momenteel nog niet.

Hij geeft drie designers hierbij een prikkel met een voorbeeldmodel. Het betreft een Patrik formula smaller gemaakt naar 90 cm, een stretched falcon 152 en een studiemodel voor Mike’s lab.
Smallere Patrik Formula, met de toepasselijke naam Lightspeed
Stretched Falcon 152, met de toepasselijke naam Wing 152

Proto voor Mike's Lab, met de toepasselijke naam Mike's Megaflight


Peter Man heeft in april 2015 een blog geschreven over het wijzigen van het vaargedrag van zijn Falcon 152:
Hij wil het board losser laten lopen, dus meer als een groot slalomboard laten voelen dan als Formula-board, met een levendiger vaargedrag en functionerend met een kleinere vin. Door het wijzigen van de tail denkt hij dit deels te kunnen bereiken. Het wijzigen van de buigingscurve van de onderzijde durft hij niet aan. Wat volgt is een reconstructie van de tail met foto’s en uitleg. Dit type tail heb ik in een iets afwijkende vorm ook bij andere merken terug gezien.
De Falcon 152 met, door Peter Man, gewijzigde tail
Zelf Peter Man zijn blog lezen? Dat kan hier:


Discussie op het Windsurfing.nl forum in februari 2017 over lichtweerboards, hierin wordt door een forumlid het volgende commentaar gegeven:
In de zoektocht naar een een "echt" lichtweer freeraceboard voor een zeil van 10 m2, vielen naar aanleiding van het artikel in de Duitse surf, de JP SLW en Starboard Ultrasonic af gezien hun recreatieve karakter. Bleven over Falcon en RRD X-Fire lightwind. De Falcon 152 kwam uit de test (in de Duitse surf van 2014) als een vergroot slalom board. De X-Fire als een mini formula. Maar werd gezocht naar een meer high-end Freerace lightwind board.

Om passief in plané te komen moet er een geleidelijke overgang zijn naar het optimale planeervlak van het board. De vraag is: "Hoeveel lengte heb je daar voor nodig?" Bij productie boards heeft de afdeling marketing van Lorch ook een idee over de juiste lengte. (Slalom=232 freerace=240 freeride=250). Dit probleem heeft een custom shaper echter niet.

Omdat het forumlid al ervaring opgedaan had met Lorch freeslalomboards en uiterst tevreden was over de vaareigenschappen en de afwerking, heeft hij Günther Lorch (custom-works.de) een freerace lightwind board laten maken, de ‘Lorch Lightwind Booster’.

Specificaties van de Lorch Lightwind Booster: 235 x 89, circa 155 liter, gewicht 7,1 kg. Een V-shape van voor tot achter met een scherpe rail en een eenvoudige cut-out. De afstand van de achterste voetbanden van hart tot hart bedraagt 45 cm en de OFO is 67 cm.

De 'custom' Lorch Lightwind Booster




De bodemcurve
Aan de hand van de afbuiging van de bodemcurve van een aantal lichtweerboards kan iets gezegd worden over het makkelijk passief aanplaneren. Hoe progressiever de buigcurve, hoe makkelijker een board passief aanplanneert en doorplanneert bij windgaten. Hiervoor heb ik de meetgegevens uit Duitse surfmagazines naast elkaar gelegd en aangevuld met een eigen meting.

Vergelijking van de afbuiging (in mm) van de bodemcurve van de tail
Vanaf de tail in (cm)
180
Lorch Bird 149 (2010) ¹
29
JP SLW (2016) ²
44
Exocet RS7 (2013) ³
52
Fanatic lightwind (2017) ³
54
Fanatic 152 (2013) ³
57
RRD X-Fire lightwind V2 (2016) ²
62
Starboard Ultrasonic (2016) ²
64
Novenove WC slalom (2016) ²
67
JP SLW (2010) ¹
69
JP Formula (2010) ¹
74
¹ Gemeten in de Duitse Surfmagazine (aug. 2010)
² Gemeten in de Duitse Surfmagazine (aug. 2016)

³ Meting door surfer


Afbuiging vanaf de tail in (cm)
100
120
140
160
180
Exocet RS7 (2013)
0
2
10
25
52
Fanatic 152 (2013)
1
6,5
15
31
57
Fanatic lightwind (2017)
1,5
5,5
15,5
30,5
54
JP Formula (2010)*
0
7
9
39
74
JP SLW (2010)*
0
11
22
41
69
Lorch Bird 149*
0
4
8
16
29
* Meetgegevens uit de Duitse Surfmagazine van augustus 2010


Cutouts
Voor lichtweer zijn er in het race-segment momenteel verschillende opties, een aantal merken werkt met slide cutouts. Zo heeft de Ultrasonic een korte slide cutout, gewone cutout en gematigde torro-tail. De torrotail is bij de andere merken in de meeste gevallen van minimaal tot middelmatig. De Cutouts zijn van groot (Fanatic lightwind), middelmatig (Starboard Ultrasonic (2017), Exocet RS7 (2013)) tot afwezig (JP Super Light Wind(2017)).

Feit is wel dat de Bic Techno Formula uit 2006, zonder cutouts, als één van de eerste boards planeerde bij lichtweer, maar eenmaal in plané aan alle kanten ingehaald werd. Mijn voorkeur bij lichtweer gaat hier dan ook uit naar gematigde cutouts, slide cutouts of een combinatie hiervan. De torro-tail mag niet te agressief zijn, daar deze voor lichtweer minder succesvol is. Starboard heeft het, na intensief testen, in 2017 bij alle lichtweer modellen sterk gereduceerd.

Als ik zelf mijn wensen (net zoals Phil) op een rijtje zet wat zou kunnen werken met lichtweer, kom ik zelf op onderstaand lijstje:
·         Licht gewicht (Circa 8 kilo)
·         85-90 cm breed
·         Minimaal 140 liter
·         Meer dan 245 cm lang
·      De bodem moet een lichte V-shape hebben  van voor tot achter en een progressieve buigcurve  met een afbuiging van circa 40-50 mm op 180 cm vanaf de tail
·         Gematigde cut-outs in combinatie met slide cutouts en eventueel een diamond shape
·         OFO van 65 - 70 cm en een zeilrange van 7.5 – 10 m² (met de geschikte vin)
·         Heel vroeg in plané, makkelijk gijpen en door windgaten heen 
planeren, gecombineerd met een goede controle
·         Hoge topsnelheid in medium wind
·        Meerdere posities voor de voetbanden (meer naar buiten/binnen)

Mogelijk kunnen bovenstaande eigenschappen samen gebracht worden in een refurbished board. De volgende oude boards, welke veel van bovenstaande eigenschappen bezitten, komen eventueel voor een REFURBISH-beurt in aanmerking:
De Exocet S85 (2009), AHD GT85, AHD Free Diamond 87 en AHD Inspiro 87 staan bovenaan mijn lijstje, maar wellicht voldoen een Starboard FF150, Starboard F155, Starboard FreeFormula of BIC Techno Formula ook. 

Bij Refurbishen denk ik aan bijvoorbeeld kleine wijzigingen in de tail, (slide) cut-outs, aanbrengen extra voetband-inserts e.d. Ik ben dan ook nog op zoek naar één van bovenstaande modellen voor een refurbish-project.

De onderstaande nieuwe boards, welke veel van de eerder beschreven eigenschappen bezitten, gaan richting het ultieme lichtweerboard, er zijn naar mijn idee echter nog wat kanttekeningen.

Keywords: Planeren actief zeer vroeg aan, kunnen passief redelijk aanplaneren, planeren het makkelijkst door windgaten, niet zeer technisch, de beste keus voor een binnenmeer met windgaten

Board:
Nadeel:
JP SLW (2016)
Wellicht te goedmoedige freerider
Exocet S5 (138 liter en 78 x 250) (2017-)
Te smal en te zwaar
Exocet S6 (90 x 232) (2017-)
Te zwaar
Starboard Ultrasonic 147 (2014-2016)
Wellicht te goedmoedige freerider
Exocet RS7 (2013-2015)
Technischer in overpowerde condities
Fanatic 152 (2012-2015)
Groot slalomboard voor kleine(re) vinnen, actiever aanplaneren
Fanatic Lightwind
Te zwaar, freerider

Voldoende lengte om passief aan te planeren blijft met de nieuwe boards wel een aandachtspuntje, of het zo makkelijk is om met een korte shape met geleidelijke overgang naar het optimale planeervlak passief makkelijk te planeren valt te bezien. Het is de vraag of dit opgelost kan worden met de gekozen korte bodemshape. En ja, bovenstaand lijstje komt (deels) ook voor in mijn blog over de verschillende lichtweerboards. Ik heb onlangs een Exocet RS7 (2013) aangeschaft als lichtweerboard, maar hou me aanbevolen voor een oude freeformula, met iets meer lengte, om zelf te refurbishen...

Voor een uitgebreider overzicht van de bestaande modellen kun je ook kijken naar mijn blog over lichtweerboards: https://mijnwindsurfblog.blogspot.nl/2017/02/een-lichtweer-surfboard-voor-de-ultieme.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten