zondag 23 april 2017

Vroeger planeren: Trim en techniek voor lichtweer

Ik denk dat meer surfers dit herkennen, de drang om bij een zonnige dag met windkracht 3-4 te kunnen planeren. Om meer lichtweersessie's te kunnen maken heb ik een lichtweerboard aangeschaft, een 90 cm breed board met een volume van 149 liter. Maar ook in trimtechniek en surftechniek kan ik nog wel wat bijschaven, om zo vroeg mogelijk te kunnen planeren. Zoals gezegd, ik ben een goed bedoelende amateur. In deze blog heb ik een aantal zaken op een rijtje gezet waar op gelet dient te worden indien je als één van de eerste wilt planeren.

Hier surf ik (links) op mijn 77 cm brede freeracer met een 8,5 m2 Severne Overdrive bij een lage windkracht 4.

Mastvoetpositie
Door de mastvoet naar voren te plaatsen wordt de druk meer naar voren overgedragen, wat de achterkant ontlast. Minder weerstand zorgt voor eerder planeren.

Tip: Zet voor een normale sessie de mastvoet in het midden. Indien aanplaneren moeilijk gaat, plaats de mastvoet dan in stappen van twee centimeter naar voren.

Vinnen
Voor het aanplaneren is er ‘lift’ vereist. Een vin met een groter oppervlak creëert meer lift en zorgt er voor dat de planeerdrempel makkelijker overwonnen wordt. Dit kan met een langere vin, maar ook de dikte van de vin is van belang. Een dikker profiel zorgt ook voor meer lift. Bij meer wind zal een vin met een dikker profiel wel langzamer zijn dan een vin met dunner profiel. Ook een slappere vin heeft een positief effect op de lift en het eerder aanplaneren. Of de vin nu voor freeride, freerace of slalom is maakt in de aanplanneerfase niet uit. Dit is pas van belang in de planneerfase.

Tip: De ideale vin voor het zo snel mogelijk planeren is verhoudingsgewijs groot in lengte en profiel en is mogelijk wat slapper.


                           Bron: www.windsurfing.nl
Verschillende merken/type vinnen en hun stijfheid

Neerhaalspanning (loose leech)
Door de neerhaalspanning ontstaat in het achterlijk van het zeil ‘loose leech’, het klapperen van het zeil. Dit is belangrijk voor de prestaties en hanteerbaarheid van het zeil. Bij veel wind kan het achterlijk openen om zo een teveel aan druk (bij een vlaag) te lozen. Om vroeg te planeren moet de neerhaalspanning dus zo worden afgesteld dat er minder loose leech aanwezig is om dat anders een deel van de druk in het zeil verloren gaat. Bij meer neerhaalspanning wordt ook de aanstroomhoek van de wind op het zeil vlakker (bij de mast) wat negatief werkt voor het aanplaneren. Door meer neerhaalspanning wordt het zeil ook stugger, wat het aanpompen bemoeilijkt.
                                       Bron:www.howtowindsurf101.com
Het effect van veel of weinig downhaul op een zeil

Ook bij weinig wind heeft een modern (free)racezeil loose leech nodig om te kunnen functioneren, de kunst is echter om het zo effectief mogelijk af te stellen. Sommige zeilmakers hebben hiervoor merktekens in het zeil aangebracht in het tweede of derde paneel van boven.
                            Bron: Sailworks trimguide

 High wind                                                  Low wind

Globaal kan gezegd worden dat bij weinig wind de loose leech in een (free)racezeil in het tweede (grote) paneel (van boven) een centimeter of 50 zijn, gemeten vanaf de leech. Als er veel wind staat mag de loose leech in het derde paneel (van boven) een centimeter of 70 zijn.

Tip: Als de zeilmaker geen trimmarkering op het zeil heeft aangebracht en je hebt eindelijk de ideale lichtweer setting gevonden, kun je natuurlijk altijd een klein stukje gekleurd tape of een sticker aanbrengen op je zeil waar je loose leech begint.

Tunen aan de giek
Bij de giek kun je een aantal variabelen instellen. Denk hierbij aan giekhoogte, uithaalspanning en uithaleroog.

Giekhoogte
De sleutelbeenregel voor de giek is een goed uitgangspunt voor freeride en slalomboards en dekt 70% van alle omstandigheden. Hoe breder het board, hoe hoger de giek moet worden bevestigd. De ideale hoogte is per surfer verschillend. Door een verhoging van de giek van 2 centimeter is al duidelijk voelbaar dat de kracht efficiënter wordt overgedragen. De zeildruk zal stijgen. Het aan- en doorplaneren door windgaten zal zichtbaar verbeteren. Het zeil wordt wel moeilijker te hanteren bij vlagen of opstekende wind.  Als de giek te laag zit werkt dit slecht bij weinig wind en kost het meer spierkracht en geeft het minder stuwing naar voren. En de lengte van de trapezetouwtjes? Tja, die moet je aanpassen aan de ideale giekhoogte...

Uithaalspanning
Met de uithaalspanning kan de bolling van het zeil bepaald worden. Vuistregel voor lichtweer is dat het zeil tot aan het achterste trapezetouwtje de giek mag raken. Door de bolling van het zeil wordt het zeilprofiel wat zachter, wat het aanplaneren makkelijker maakt. Het zeil wordt wel minder stabiel door het verschuiven van het drukpunt bij harde windvlagen. 
                                       Bron:www.howtowindsurf101.com
De optimale uithaalspanning van bovenaf gezien

Uithaaloog
Op (freerace)zeilen zitten tegenwoordig vaak twee uithalerogen. Gebruik bij weinig wind het bovenste oog zodat het achterlijk meer gesloten blijft en meer kracht kan ontwikkelen.
Gebruik van het bovenste uithaaloog

Tip: Zorg dat de giek bij lichtweer minimaal op kin-hoogte zit, en verplaats deze in stappen van 2 centimeter naar boven op zoek naar de ideale trim bij lichtweer. Zorg voor 0 cm uithaalspanning en gebruik (indien mogelijk) het bovenste uithaleroog.

Lichaamshouding
Bij het aanplaneren zonder actieve of sterke pompbewegingen kun je het beste je voeten wijd uit elkaar plaatsen. Dit zorgt voor stabiliteit en de mogelijkheid om je voorste voet dicht bij de mastvoet te plaatsen. Hierdoor wordt het board meer in het midden belast, waardoor de achterkant minder in het water wordt gedrukt. Door minder druk op de achterzijde wordt de aanplanneerdrempel lager. Probeer je voorste voet in de vaarrichting te draaien, dit verbetert de krachtoverbrenging op je board. Zodra de aanplaneerdrempel overwonnen is dien je je voorste voet zo snel mogelijk in de voetband te plaatsen

Tip: Probeer actief je mastvoet te belasten door je gewicht zo ver mogelijk naar voren te brengen.

Aanpompen
Voor effectief aanpompen is veel techniek nodig en nog meer spierkracht. Het helpt echter effectief de aanplanneerdrempel te overwinnen.

Voor dat je begint met pompen kies je een ruimwindse koers. Ga breed staan (voor stabiliteit) met je voorste voet naar voren (in de vaarrichting) om zo het midden van je board te belasten. Door het in draaien van je voet zal ook je lichaam en hoofd licht naar voren gedraaid zijn. De krachtoverbrenging gebeurt hierdoor naar voren in plaats van naar de zijkant. De giek breed beet pakken helpt om de kracht op het zeil over te brengen. Zak licht door je knieën en kom zo explosief mogelijk omhoog, de mast wordt hierbij (indien mogelijk) naar loef getrokken. Terugkeer naar de uitgangspositie gebeurt langzamer dan het dichttrekken van het zeil. Pas wanneer je planeert kun je voorzichtig inhaken in je trapeze en oploeven.

Bronnen: Duitse Surfmagazine, How-to-windsurf, Windsurfing.nl, Trimguide Sailworks




2 opmerkingen: